Als je hoort zeggen 'ik zie het niet meer zitten.', dan kijkt niemand daarvan op. Iedereen is wel eens somber of verdrietig. Zulke gevoelens kunnen opkomen na een tegenslag of ruzie, het verlies van een dierbaar iemand, of zomaar. Meestal gaat het weer vanzelf weg. Maar bij sommigen blijft de stemming aanwezig. Ze hebben nergens meer belangstelling voor. Het hele bestaan wordt beheerst door zich neerslachtig te voelen.
Ook al is het prachtig weer en gebeuren er voldoende positieve dingen, het raakt hen niet. Ze missen de energie om iets te ondernemen en het lukt maar niet om minder somber te worden. Mensen die weken- tot maandenlang last houden van zo'n zwaarmoedige stemming lijden aan een depressie.
Depressie: Symptomen
Mensen hebben een depressie wanneer ze zich minstens twee weken na elkaar erg somber voelen en daarnaast last hebben van deze symptomen: - lusteloosheid en prikkelbaarheid - gebrek aan interesse en plezier - concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid - schuldgevoelens en het gevoel niets waard te zijn - het gevoel van binnen dood of leeg te zijn - gevoelens van machteloosheid, - wanhoop en angst - grote vermoeidheid - sterke neiging tot piekeren - huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen - traagheid in praten, denken en bewegen of lichamelijke onrust - gebrek aan eetlust en gewichtsverlies of juist overdreven eetlust en gewichtstoename - moeite met inslapen of doorslapen of juist niet uit bed kunnen komen - weinig of geen zin in vrijen - lichamelijke klachten zoals: verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst en hoofd- en rugpijn.
Veel depressieve mensen voelen zich 's ochtends het ellendigst en gaan zich in de loop van de dag beter voelen, bij anderen zijn de verschijnselen 's avonds juist het sterkst.
Depressie: Ontstaan
Depressies hebben niet één duidelijke oorzaak, maar ontstaan door een combinatie van biologische, sociale, en psychische facctoren. De belangrijkste biologische factor is erfelijkheid. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere. Bepaalde stoffen, zoals hormonen, medicijnen, alcohol en drugs kunnen het ontstaan van een depressie in de hand werken. Dat geldt ook voor sommige lichamelijke ziekten, zoals schildklier- en bijnierschorsafwijkingen, diabetes en hart- en vaatziekten. De belangrijkste sociale factoren zijn verdrietige of schokkende gebeurtenissen. Deze kunnen een depressie oproepen. Zo kan het verdriet na het verlies van een partner of na ontslag op je werk overgaan in een depressie. Ook wanneer een gebeurtenis jaren geleden heeft plaatsgevonden kan een schokkende gebeurtenis nog tot een depressie leiden. Zo kunnen mensen op volwassen leeftijd depressief worden nadat ze als kind zijn mishandeld of seksueel zijn misbruikt of al vroeg een belangrijk iemand, zoals een ouder, hebben verloren. Ten slotte zijn ook psychische factoren, iemands persoonlijke eigenschappen, van invloed op het wel of niet krijgen van een depressie. Zulke eigenschappen zijn onder andere een gebrekkig vermogen om problemen op te lossen, verdriet te verwerken of steun te vragen, weinig zelfvertrouwen, perfectionisme, faalangst en controledrang.